Het gedachtengoed achter Reliability-centred Maintenance (RCM).

Door: Rik Plattel. European Reliability Centre (ERC) B.V.

RCM gaat over onderhouden. Maar niet over dat traditionele onderhouden dat in veel organisaties nog leeft. Dat onderhoud dat alleen gericht is op kosten. Bij RCM is onderhoud gericht op alle factoren die productie efficiëntie en OEE beïnvloeden. Want veiligheid, gezondheid en milieu moeten ook onderhouden worden. Maar ook procedures, bedieningskennis en ook machines. Maar ook kwaliteit en nog meer. Ook de risico’s op meervoudige storingen moet je onderhouden. Storingsgedrag is de Root Cause die effect heeft op kosten, stilstand, kwaliteit, etc. Je moet dus niet beginnen met objecten of een kostenfocus. Je moet beginnen het storingsgedrag gestructureerd aan te pakken.

Iedere storing kost geld. Maar een deel van die storingen heeft ook effect op VGM (Veiligheid, Gezondheid, Milieu). En een deel heeft zelfs geen directe consequenties. In alle moderne productieprocessen, kunnen tot 40% van alle soorten storingen verborgen blijven. Deze verborgen storingen hebben vooral met beveiligingssystemen te maken die niet fail-safe zijn. Hier vallen ook alle procedures onder. Want dat zijn ook beveiligingsmiddelen. Storingen aan niet fail-safe beveiligingssystemen vallen onder de zgn. Verborgen storingen. Ze vallen pas op, als dat beveiligingssysteem geactiveerd had moeten worden door een andere storing, waardoor de meervoudige storing waarneembaar wordt.

Veel onderhoud is alleen gericht op kosten, want dat is gemakkelijk te meten. Maar om onderhoud nu aan te vliegen vanuit kosten is te kort door de bocht. Soms zijn dure onderhoudstaken nodig om bv. veiligheid te garanderen.

Iedereen weet inmiddels wel dat onderhoud effect heeft op storingsgedrag. Andersom geldt dat ook. Storingsgedrag hoort de basis te zijn voor de ontwikkeling van professionele onderhoudsplannen. En daar gaat het nogal eens mis. Want veel onderhoudsplannen worden ontwikkeld vanuit objecten en niet vanuit het storingsgedrag van die objecten als onderdeel van een productieketen inclusief mensen – middelen – methoden – materialen – moeder natuur. Onderhoud dat vanuit objectdenken is opgezet, dekt niet het volledige storingsgedrag af. Voor laag-kritische systemen hoeft dat geen probleem te zijn. Voor hoog-kritische systemen is dat vaak wel een probleem. Dan zijn er op object georganiseerde onderhoudsplannen en vinden er toch nog storingen plaats die onacceptabele stilstanden en kwaliteitsproblemen veroorzaken. En dus kosten.

Alle storingen ter wereld kondigen zich van te voren aan door waarschuwingen af te geven. Een groot deel van de waarschuwingen hebben waarschuwingstijden van milliseconden tot seconden of minuten en zijn daardoor niet altijd bruikbaar. Maar gelukkig zijn er ook veel waarschuwingen die dagen, weken, maanden en soms jaren van te voren aangeven dat er een storing in ontwikkeling is. Die waarschuwingen zijn zeer goed bruikbaar om proactief onderhoud vorm te geven.

RCM is een methodiek afkomstig uit de burgerluchtvaart. Het is geschikt om het storingsgedrag van hoog kritische systemen te analyseren. RCM baseert zich op 36 definities die in de methodiek zeer gestructureerd worden toegepast. Het woord “storing” wordt bv. opgedeeld in 11 aparte definities om maar aan te geven dat het woord “storing” een verzamelterm is die meestal niet geschikt is om onderhoudsplannen op te baseren. RCM daalt af naar het niveau van storingsvormen (Failure Modes = FM). Die failure modes worden vastgelegd in een Failure Mode Effect Analyse (FMEA). FMEA’s zijn er in verschillende vormen: Design FMEA, Object FMEA, Process FMEA. Ieder met een eigen doel. Een grote valkuil is dat er te weinig kennis is om FMEA’s en FMECA’s te maken, waardoor er storingen worden beschreven en geen storingsvormen. Dan is het ineens geen FMEA meer maar een FEA. En als de storingseffecten dan onvolledig worden beschreven, zou je het beter een FA (Failure Analysis) kunnen noemen. Maar zeker geen FMEA. Die Failure Mode is juist zo belangrijk. Ik zie bij hele grote bedrijven dat ze honderden FMEA hebben gemaakt, waarbij de Failure Modes onjuist zijn beschreven. De onderhoudsconcepten die hier uitkomen zijn dan ook onvolledig. Het zijn dan wel heel veel manjaren die ineens waardeloos worden. Een goede RCM training had dat kunnen voorkomen. FMEA is immers een belangrijk onderdeel van RCM.

Maar iedere FMEA moet het ACTUELE storingsgedrag beschrijven en niet dat van 5 of 10 jaar terug. Die FMEA is bij RCM de basis om onderhoudsconcepten voor te ontwikkelen. Voor hoog kritische systemen willen we een volledig overzicht hebben van alle reëel mogelijke failure modes, want voor hoog kritische systemen kun je beter geen bochten afsnijden. Onderhoudsplannen moeten volledig verdedigbaar zijn en geen failure modes over het hoofd zien. Daarom gebruikt RCM geen Object FMEA, maar een Process FMEA.

De vraag komt geregeld, waarom RCM geen FMECA gebruikt. FMECA is een FMEA waarin Criticality analysis is geïntegreerd. Maar RCM is voor hoog kritische systemen en zit zo verdedigbaar in elkaar dat het de criticality analysis pas kan uitvoeren als alle informatie beschikbaar is en de analyse volledig is. Daarom kan RCM geen criticality analysis doorvoeren in de FMEA. RCM voert de criticality analysis uit als de Process FMEA volledig is afgerond en als voor een failure mode bekend is welke onderhoudstaak met welke interval de gevolgen van die failure mode het best kunnen voorkomen of minimaliseren. In RCM termen heet dat de analyse van “Worth Doing”. Oftewel, een onderhoudstaak moet niet alleen technisch uitvoerbaar zijn, maar ook de moeite waard. En taken zijn pas de moeite waard als ze aan criteria voldoen.

  • Voor economische gevolgen moet de onderhoudstaak over een lange periode goedkoper zijn dan geen onderhoud.
  • Voor VGM gevolgen moet daarbij het risico op een negatief effect op VGM tot een acceptable niveau worden verlaagt.
  • Voor Verborgen storingen geldt daar bovenop nog eens dat het risico op een meervoudige storing tot een acceptabel niveau moet worden verlaagt.

Er zijn dus 3 verschillende criticality analyses, waar RCM gebruik van maakt. En de informatie is pas aan het eind van de analyse zo compleet dat je daar een antwoord op kunt geven. Op het moment dat je nog het storingsgedrag aan het vastleggen bent in een FMEA / FMECA is niet alle informatie bekend. Verder is het vreemd als je een criticality analyse in de FMEA zou integreren om het aan het eind van de analyse in RCM nog eens te doen. Dat is dubbel werk. Dus RCM gebruikt een FMEA en geen FMECA.

RCM is gebonden aan Internationale standaarden. Omdat er veel oplossingen zijn die stukjes van RCM gebruiken, zijn er wereldwijd geaccepteerde RCM standaarden opgesteld. De JA1011 beschrijft de criteria waar een methodiek aan moet voldoen om het RCM te mogen noemen. Deze standaard beschrijft ook de 36 RCM definities. De JA1012 is een RCM Guide en beschrijft hoe RCM toegepast moet worden. Deze gebruiken wij o.a. ook in onze RCM trainingen.

Het IRCC (International RCM Certification Committee) is een certificerende organisatie die conform de internationale RCM standaarden certificaten afgeeft voor mensen die RCM trainingen hebben doorlopen.

  1. RCM Level 1: de deelnemer kan als werkgroeplid aan RCM analyses deelnemen, die onder leiding staat van een RCM facilitator.
  2. RCM Level 2: de deelnemer kan RCM werkgroepen begeleiden bij het correct toepassen van RCM analyses.
  3. RCM Level 3: de deelnemer kan mensen opleiden en coachen tot RCM Level 1 en 2.
  4. RCM Level 4: de deelnemer mag deelnemen in examencommissies die RCM examens afnemen voor RCM levels 1-2-3.

Omdat je met RCM een onderhoud-takenlijst maakt die het storingsgedrag van de FMEA volledig afdekt, is er voor iedere failure mode een onderhoudstaak met een interval. In zo’n lijst zitten dubbelingen en overlappingen. Daarom heet zo’n lijst een onderhoudsconcept. Het is een concept is en niet af. Onderhoudsconcepten moeten nog worden genest tot onderhoudsplannen. En die onderhoudsplannen worden in je CMMS gezet en gekoppeld aan medewerkers en aan een bedrijfsagenda om al die taken uit te voeren. Dan noemen we het een onderhoudsprogramma.

En … onderhoudsconcepten, -plannen en -programma’s zijn nooit af. Zolang storingsgedrag een dynamisch model is dat door vele afdelingen en factoren kan worden beïnvloed, kun je er nooit een statisch onderhoudsconcept, -plan, -programma er op los laten. Dat zou zeker resulteren in storingsgedrag, welke niet in de FMEA up-to-date is, waardoor de onderhoudstaken en intervallen niet meer verdedigbaar zijn. Hierdoor ontstaat storingsgedrag dat steeds sneller en meer gaat afwijken van de FMEA.

Het is dus zaak om dynamisch storingsgedrag in een FMEA up-to-date te houden. RCM moet een “Living Program” zijn. Alleen dan zit je kort op storingsgedrag en zul je dat zeker onder controle krijgen. Dat “Living Program” is een mooie uitdaging. Bij de ontwikkeling van DORA Software stond dit bovenaan in het lijstje met eisen. En bedrijven die DORA Software gebruiken halen fantastische resultaten. Maar dat is een ander onderwerp dat ik graag een andere keer belicht. Als je het gedachtengoed achter RCM goed snapt en toepast, zal je het storingsgedrag onder controle krijgen, waardoor kosten en risico’s dalen en efficiëntie, beschikbaarheid, betrouwbaarheid, kwaliteit en rendementen toenemen. RCM is a way of life en dat kun je niet als een eenmalige project toepassen.